Je maakt kennis met de klassieke cultuur, de wieg van onze Europese beschaving.
Je verdiept je in belangrijke aspecten uit de geschiedenis en het dagelijks leven van de Romeinen (en Grieken), die een grote stempel hebben gedrukt op onze huidige beschaving en samenleving.
Je doet dit aan de hand van rechtstreekse bronnen, namelijk Latijnse teksten. Om deze te kunnen lezen en begrijpen is een grondige taalkundige studie nodig. De Latijnse grammatica is puzzelen en logica. Door de kennis van deze grammatica krijg je meer inzicht in de manier waarop een taal is opgebouwd. Die kennis en vaardigheden kan je gebruiken bij het leren van andere talen. Bovendien verwerf je een rijke en uitgebreide woordenschat, waarbij de link met moderne talen overduidelijk wordt.
Door het bestuderen van de antieke cultuur krijg je een betere kennis van onze eigen Europese cultuur en een multiculturele bewustwording met meer begrip voor andere opvattingen, mensen en culturen.
Je leert een degelijke studiehouding verwerven (regelmaat door dagelijks studeren/doorzettingsvermogen).
Je leert logisch nadenken.
Je leert werken met grote nauwkeurigheid (nuttig voor andere vakken en een later beroep).
Je leert een taal grondig analyseren en inzicht krijgen in de structuur van een taal (taalkundige vorming/abstracte taalkennis → nuttig voor het leren van andere talen).
Je leert dieper ingaan op de klassieke beschaving en dit via authentieke bronnen.